Het gildelied van het BKG

Vivos voco, mortuos plango,
Fulgura franco, fuga pest.

Ik roep de levenden, ik betreur de doden
Ik breek de bliksems, ik verdrijf de pest.

Introductie klokkenluider BKG

1.
Wij luiden en de stad zal ons thans horen,
Een klokgezang als nooit tevoren.
Van Butendic, Backer, Crans, of Dop,
Luiden houdt voor ons nooit op.

Refrein: Vivos voco, mortuos plango,
Fulgura frango, fuga pest.

Klokkengelui

2.
Wij luiden, en fier klinkt uit de toren,
Over Voorne’s land te horen.
De roep van vroomheid en van trouw,
De roep van vreugde en van rouw.

Refrein: Vivos voco, mortuos plango,
Fulgura frango, fuga pest.

Leve het gilde

3.
Wij luiden als getrouwe dienaren,
die klepel en klok bewaren.
Met Barbara Concordia zoals wij wilden,
Leve ’t Briels Klokkenluiders Gilde.

Refrein: Vivos voco, mortuos plango,
Fulgura frango, fuga pest.

Bij een verjaardag

4.
Wij luiden en de stad zal aanhoren,
Een klokgezang als nooit tevoren.
Luidmeesters leiden met hun gebaren
Lang leve (voornaam); nog vele jaren.

Refrein: Vivos voco, mortuos plango,
Fulgura frango, fuga pest.

Bij een gezellige bijeenkomst of gelag

5.
Wij luiden, en fier klinkt uit de toren,
Een droge keel, het is ook te horen.
Wij proosten met de beker of kroes,
Dus zingen we dit lied pardoes.

Refrein: Vivos voco, mortuos plango,
Fulgura frango, fuga pest.

Bij een afscheid:

6.
Gegroet gij Gilde-zuster en broeder,
De Brielse klank onderweg uw hoeder.
Keer veilig in uw woonstede weer.
Bedankt, en tot de volgende keer.

Vertaling van het originele refrein:

Ik roep de levenden, ik betreur de doden
Ik breek de bliksems, ik verdrijf de pest.

Tekst: Jan Oostrijck
Muziek: Peter Moree

© Briels Klokkenluiders Gilde 2010